Apeldoorn Bloembollen is een familiebedrijf, opgericht in 1928, door Theo Apeldoorn. Op zijn 16e verwerkte hij in de schuur van zijn vader, in het centrum van Egmond-Binnen, zijn eerste tulpen. Na 25 jaar werd de schuur te klein en verhuisde het bedrijf naar zijn huidige locatie net buiten het centrum. In 1970 namen zijn zonen Jan en Piet het bedrijf over.
Inmiddels is het de beurt aan de 3e generatie Apeldoorns die het bedrijf voert. Theo, Jan-Willem en Jan-Karel kweken en telen sinds 2009, samen met een groep van 6 vaste medewerkers, de diverse bolgewassen.
Apeldoorn Bloembollen kweekt diverse bolgewassen in verschillende kleuren soorten en maten. De bloembollen zijn geschikt voor zowel de binnenlandse als de buitenlandse markt, voor tuin- en parkbeplanting, snijbloemproductie en potproductie. Onze klanten zijn handelsbedrijven en bloemproducenten die de bollen en potten uiteindelijk bij de consument brengen.
Naast het kweken van bloembollen produceren we in de wintermaanden bol op pot producten. Deze producten maken we grotendeels van bloembollen van onze eigen kwekerij. Al deze producten worden via de bloemenveiling Flora Holland afgezet.
Op onze kwekerij telen we een breed assortiment aan bloembolgewassen in verschillende soorten en maten. Onze bloembollen zijn een kwaliteitsproduct. We streven er dan ook naar om aan alle kwaliteitseisen te voldoen die door Nederlandse en buitenlandse overheden worden opgelegd.
We produceren potten met muscari’s en narcissen in diverse potmaten. De eerste potten worden rond 1 september opgeplant en gaan de koelcel in. Vanaf 1 januari start het bol op pot seizoen en worden de potten uit de koelcellen gehaald. Al onze bol op pot producten zijn te herkennen aan de paarse pot, al dan niet voorzien van een steeketiket met productinformatie.
De grootste hoeveelheid bloembollen telen we binnen een straal van 15 km rond Egmond-Binnen op zandgrond. Zandgrond heeft als grootste voordeel dat de bollen makkelijk verwerkt kunnen worden en schoon zijn, dus aantrekkelijk voor de export. Onze lelies telen we sinds 2001 op de humusrijke zandgronden in het oosten van het land. Deze voedingsrijke grond zorgt ervoor dat de lelies veel bloemen geven op de steel. Dit is een groot voordeel voor de bloemenkwekers.
Om teeltproblemen te voorkomen is het van essentieel belang dat het soort gewas per perceel jaarlijks wisselt. Ieder jaar is dit weer een hele puzzel. Om deze puzzel makkelijker te maken wordt er ook groente zoals ijsbergsla en andijvie verbouwd op onze percelen. Maar dit is niet voldoende om de grond vitaal, rijk en gezond te houden. Door het inzaaien van de percelen met tussengewassen zoals haver, gras of bladrammanas zorgen we ervoor dat de grond tot rust komt en dat voedingsstoffen beschikbaar blijven voor de volgende teelt. Om de structuur van de grond te verbeteren, onkruiddruk te verlagen en ongedierte te bestrijden zetten we ook wel eens percelen onder water. Een zeer vriendelijke manier van grondbehandeling die alleen in poldergebied toegepast kan worden. Percelen die niet in de polder liggen zijn feitelijk niet vlak en kunnen daarom niet onder water gezet worden. Hier wordt indien noodzakelijk een chemische grondbehandeling toegepast.
Als de bloembollen in november de grond in gaan worden de percelen afgedekt met stro. Dit geeft een eerste bescherming tegen de vorst. Ook zorgt het stro ervoor dat de percelen niet gaan stuiven. Bijkomend voordeel is dat er minder onkruid groeit doordat de grond bedekt is. Dit is niet voldoende om het onkruid volledig te bestrijden. Hiervoor bespuiten we de gewassen tegen onkruid. Als het onkruid te groot wordt belemmert het de groei van de gewassen.
Tijdens het groeiseizoen geven we de bloembollen kleine hoeveelheden kunstmest. De hoeveelheid bepalen we aan de hand van grondmonsters die het aantal meststoffen in de grond aantonen. Kunstmest strooien doen we met een machine die ervoor zorgt dat de korrels op de juiste plaats terecht komen. Als de lelies knoppen krijgen en de tulpen in volle bloei staan worden ze gekopt. Dit doen we omdat dan de energie die de plant maakt rechtrstreeks naar de bol wordt getransporteerd, en de plant de energie niet steekt in het maken van zaden in de bloem.
Naast het spuiten tegen onkruid, bespuiten we de gewassen ook tegen schimmels en luizen. Schimmels op de gewassen veroorzaken het vroegtijdig afsterven van het gewas, waardoor de bol niet groeit. Luizen zijn overbrengers van virussen. De kwaliteitseisen voor de bolgewassen zijn door de nederlandse en buitenlandse overheden zo hoog gesteld, dat er heel weinig tot geen virus in de bollen mag zitten. De gewasbeschermingsmiddelen van tegenwoordig zijn een stuk minder sterk dan dit in het verleden was. De eisen en de lage concentratie gewasbeschermingsmiddelen zorgen ervoor dat de bespuitingen regelmatig herhaald moeten worden. Vanaf het moment dat de planten boven de grond komen tot vlak voor het rooien worden ze nagekeken op virussen en andere afwijkingen. Alle partijen worden door de Bloembollenkeuringsdienst (BKD) geïnspecteerd en na goedkeuring voorzien van een certificaat. Hierdoor is een partij in de hele keten te volgen.
Vanaf begin juni worden de bollen geoogst. Alle bollen worden in ons bedrijf in Egmond-Binnen gedroogd, geschoond, gepeld, gesorteerd, geteld en klaargemaakt voor transport naar onze klanten. Zij verpakken de bollen in kleinverpakkingen voor de detailhandel of ze geven de bollen een behandeling voor bloemproductie.
Heb je vragen over één van onze producten? Neem contact met ons op via 072 – 506 15 34 of vul onderstaand contactformulier in.
Apeldoorn Bloembollen vof
Herenweg 13b
1935 AA Egmond-Binnen
